Als je baby veel huilt en weinig slaapt, kan het zijn dat het teveel prikkels krijgt. Het moet dan teveel nieuwe ervaringen verwerken waardoor het onrustig wordt. Wil je de vicieuze cirkel van veel huilen en weinig slapen doorbreken? Verminder het aantal prikkels door te zorgen voor regelmaat en eenduidigheid. Zo weet je baby wat er gaat komen. En dat geeft rust. Houd deze nieuwe aanpak minstens een paar weken vol. Als je baby hierdoor rustiger wordt, kun je na 3 of 4 weken proberen of je weer wat flexibeler kunt worden.

Regelmaat

Probeer elke dag zoveel mogelijk dezelfde structuur te geven. Bijvoorbeeld:

• Geef je baby de fles of de borst als het net wakker is. Geef het voor, tijdens of na de voeding een schone luier.
• Ga samen spelen, even lekker knuffelen en maak contact met je baby op schoot.
• Laat je kindje even alleen spelen op een vaste plaats. Vanaf 4 - 8 weken is dat bij voorkeur in de box.
• Leg je kindje wakker in bed als het aangeeft dat het moe is. Je kunt je kindje inbakeren als dat geadviseerd is.

Eenduidigheid

Met eenduidigheid bedoelen we dat je kindje een bepaalde activiteit steeds op dezelfde plek doet. Bijvoorbeeld:

• Laat je baby steeds in hetzelfde bed in dezelfde kamer slapen. Dit kan ’s nachts wel ergens anders zijn dan overdag.
• Laat je kindje steeds op dezelfde plaats alleen spelen, bij voorkeur in de box.

Hoe merk je dat je baby moe is?

Je baby geeft verschillende signalen als het moe wordt. Voorbeelden zijn:

• bleek worden;
• gapen;
• in de ogen wrijven;
• jengelen;
• drukker worden;
• wegkijken.

Als je dit soort signalen ziet, is het verstandig om je kindje naar bed te brengen. Dan geef je je kindje de kans om zelf in slaap te vallen.

Slapen

Als je je baby in bed legt, let dan op het volgende.

• Leg je baby op de rug als het gaat slapen.
• Dek je baby tot en met de schouders toe.
• Maak het bed ‘kort’ op, dat wil zeggen dat de de voetjes bijna het voeteneind raken.
• Gebruik een laken met een wollen, dunne fleece of katoenen deken van ruim formaat.
• Stop laken en deken stevig onder tot en met het matras.
• Leg geen speelgoed in bed, en hang er geen mobiel boven.
• Een kleine lapjesknuffel in bed en/of een muziekdoosje erboven kan wel. Draai het muziekdoosje 1 keer op.
• Gebruik een vlak en passend matras in wieg of ledikant.

Doe je kindje sokjes aan voor warme voetjes en een trappelzak op maat.

Zorg dat de temperatuur in de slaapkamer tussen de 15 en 18 graden is. Zet geen verwarming aan en zet zo mogelijk een raam op een kier.

Hoe merk je dat je baby honger heeft?

Ook als je baby honger heeft, laat het dat met signalen zien. Je baby:

• maakt smakgeluidjes;
• sabbelt op de handjes;
• 'likt' met de tong de lipjes;
• maakt zuigbewegingen met de tong;
• maakt zoekbewegingen met het hoofdje.

Overdag zit er ongeveer 2 tot 4 uur tussen 2 voedingen, gerekend vanaf het begin van de vorige voeding.

Tip bij ontroostbare huiluurtjes

Is je baby ontroostbaar? Eenmaal per dag kun je je baby van voeding tot voeding dragen in de draagdoek (niet ingebakerd). Ook kun je gaan wandelen met de kinderwagen (ingebakerd indien geadviseerd).

Op stap met je baby

Kijk of je visite thuis kunt ontvangen in plaats van dat je op visite gaat. Vooral in de 1e 2 weken van de nieuwe aanpak is dat belangrijk.

Als je toch op stap gaat: probeer voor de slaaptijd thuis te zijn zodat je baby in het eigen bedje kan slapen. Lukt dat niet, laat je baby dan op de normale slaaptijd slapen in de kinderwagen (ingebakerd indien geadviseerd) of in de draagdoek (niet ingebakerd).

Vermijd zoveel mogelijk prikkels

Een aantal prikkels kun je eenvoudig vermijden. Denk aan:

• televisie;
• radio;
• gebruik van wipstoel of Maxi-Cosi buiten de voedingsmomenten;
• mechanisch aangedreven speelgoed;
• de babytrapeze of babygym als je kindje jonger dan 3 maanden is;
• voortdurend bezig zijn met je baby.

Kans van slagen

Soms is het niet zo makkelijk om je dagritme en gewoontes te veranderen. Het is belangrijk om toch vol te houden. De nieuwe aanpak heeft de meeste kans van slagen als je er bewust voor kiest en er echt voor wilt gaan. Belangrijk is:

• Houd de eenduidige regelmaat aan.
• Blijf consequent.
• Accepteer dat je baby zichzelf in slaap huilt, met name in de 1e 2 dagen. Je kindje moet eraan wennen dat het op eigen kracht in slaap moet vallen, zonder dat je het oppakt. Tijdens de 1e 2 dagen kan de kookwekker een hulpmiddel zijn om te kijken hoe lang het in slaap huilen duurt. Zet de wekker op 15 of 20 minuten. Je kunt in de tussentijd wel bij je baby gaan kijken maar zorg dat je baby je niet ziet. Als je baby jou ziet, verwacht het dat je hem of haar oppakt en begint met nieuwe kracht te huilen.